In de zomer van 1979 overwon in Nicaragua een massale volksopstand de dictatuur van de familiedynastie van de Somoza's. Daaraan vooraf gingen decennia van moeizame en bloedige strijd. Deze roman, geschreven door een van de leden van het huidige revolutionaire bewind, geeft een beeld van die strijd in de periode 1930-1959, toen een opstand tegen de dictatuur mislukte. Het boek is een soort glas-in-lood raamvertelling. Twee guerrillastrijders vertellen over de ontvoering van een kolonel van het regiem toen ze als ballingen in Guatemala woonden. Vijf andere verhalen vertellen de geschiedenissen van de andere deelnemers aan de ontvoering. Daarbij volgen de episodes van de in stukken geknipte verhalen elkaar zodanig op, dat Ramirez met het bonte palet van gebeurtenissen, omstandigheden en couleur locale een treffend beeld geeft van de strijd tegen de Somoza's.